Select Page
Burgers, deel II

Burgers, deel II

Koningsdag betekent voor mij een vrije dag en dus is het de uitgelezen mogelijkheid om avontuur en bos op te zoeken. De dag ervoor vertrekken we om te gaan wildkamperen. Terwijl we de stad uitrijden, blijkt dat voor het eerst sinds weken regen wordt voorspeld. Dat is een goed begin voor een eerste keer wildkamperen met een tent (toch even wat anders dan met ons camperbusje vorig jaar).  Uiteindelijk vallen er vijf druppels op de voorruit en bij aankomst in het bos waar we willen overnachten is het droog. We zoeken een plekje aan het water met een bankje, een vlak stuk grond voor onze tent én een grillplek. Het is in dit natuurreservaat namelijk niet toegestaan om vuur te maken op plekken zonder een vaste grillplek en ik eet mijn hamburgers liefst niet rauw. Bovendien hebben we speciaal voor de gelegenheid een metalen barbecue-frame voor hamburgers aangeschaft.

Na een tijdje over een stoffige grindweg te hebben gereden, komen we bij een eerste potentiële kampeerlocatie aan. Op een rots staat een bankje dat uitkijkt over een klein meer met daarachter een uitgestrekt bos. Er blijkt geen grillplek te zijn, hoewel er duidelijk een vuurtje is gestookt niet lang geleden. We besluiten door te rijden naar een volgend plekje, daar is nergens water in de buurt. Het is inmiddels zes uur geweest en onze auto is vrij smerig. We zijn verschillende keren uitgestapt om een plekje te keuren, maar het ontbreekt telkens aan iets.

Uiteindelijk rijden we naar de andere kant van het natuurreservaat waar volgens de kaart meerdere grillplekken zouden moeten zijn. Opeens doemt aan de rechterkant van de weg een meertje op en aan de overkant zien we een grillplek met bankjes en een overkapping waar een schoorsteen in zit verwerkt. Er is zelfs (op voldoende afstand) een droogtoilet voor noodgevallen. Een uitstekende plek met voldoende ‘luxe’ voor een eerste keer wildkamperen, het moet natuurlijk wel leuk blijven.

Zoek de tent!

De rolverdeling is gauw gemaakt, ik stort me op het maken van vuur terwijl Tamara ondertussen de tent op zet. Meteen ren ik op een drafje het bos in op zoek naar hout. De eerste paar minuten krijg ik het gevoel dat er niets bruikbaars ligt en ik loop terug naar onze nederzetting met twee verlepte takjes. Als ik aankom, zie ik dat de tent al staat en in een soort paniek begin ik meteen het bos weer in te rennen. Ineens zie ik overal dode takken liggen en een kwartier later ligt er een flinke stapel hout naast het open hutje met de grillplek. Ik leg wat kleine takjes en gedroogd gras onder de grill en steek het met een lucifer aan. Een paar grote vlammen schieten omhoog en een minuut later is alles weer uit. Nog twee keer probeer ik het, dan scheur ik het zakje aanmaakblokjes open. Het is allang etenstijd geweest, dit is niet het moment voor principes.  

Twee hamburgers zitten vastgeklemd in het metalen frame dat op de grill boven het vuur ligt. Na tien minuten zijn ze gaar en de smaak is perfect, het is de hoogste tijd voor ronde twee. Ik leg het frame weer boven het vuur. Als ze klaar zijn, pak ik het frame en met een takje pulk ik de gloeiendhete metalen sluiting los. Het frame zwaait meteen naar beneden open en ik krijg het gevoel dat dat niet de bedoeling was. Ik kijk naar mijn hand die om het handvat zit waar een leeg metalen frame aan bungelt. Dan kijk ik naar de hamburgers, de ene ligt voor mijn voeten in het zand terwijl de ander nog het heuveltje afrolt en verderop tegen een boom tot stilstand komt. Vijf minuten later zit ik al knarsend en knisperend op mijn broodje hamburger te kauwen, de burger van Tamara blijkt er redelijk ongeschonden vanaf gekomen. Zoals ze hier zeggen: ‘lite skit rensar magen,’ oftewel ‘een beetje shit reinigt de maag.’

’s Avonds blijven we rondom het vuurtje zitten, want het koelt af naar slechts een paar graden boven nul. Wanneer we naar bed gaan, lijkt het qua temperatuur nog mee te vallen, al kom ik moeilijk in slaap. In gedachten maak ik een lijstje van de diersoorten die ons tentje op wat voor manier dan ook kunnen aanvallen of vertrappen. Uiteindelijk val ik toch in slaap om vervolgens nog een paar keer wakker te worden met een ijskoude neus en voeten. Twee slaapzakken en een thermoshirt blijken toch niet genoeg, dus ik zet een muts op mijn hoofd en trek daar een slaapzak overheen. Dat is warmer en ik val in slaap totdat ik ’s ochtends wakker word van de meest uiteenlopende vogelgeluiden.

Tamara ritst de tent open en warme zonnestralen vallen direct naar binnen. Vanaf mijn luchtbed zie ik een spiegelglad wateroppervlak met daarin een perfecte kopie van donkergroene bomen en blauwe lucht. Twee ganzen van het Canadese type zwemmen voorbij met, tussen hen in, zes kuikentjes in een keurig rijtje. Plotseling klinken uit de verte een paar ijselijke gillen en de voorste gans in het rijtje slaat direct aan, over de bomen komen nog twee ganzen aangevlogen. In de vijf minuten die daarop volgen worden de twee binnendringers aangevallen met alles wat de vadergans in zich heeft. Na een laatste aanval besluiten de twee eieren voor hun geld te kiezen en vertrekken ze weer in de richting waar ze vandaan kwamen. Dit meertje zal niet nog twee bezoekers herbergen.  

Nu de rust is weergekeerd, ziet het water er aanlokkelijk uit. Ik doe mijn zwembroek aan en ben even vergeten dat we de avond ervoor onze biertjes nog hebben gekoeld in hetzelfde water. De biertjes waren koud. Na een paar stappen op een glibberige steen in het water kan ik niet verder lopen, zwemmen is de enige optie. Mijn ademhaling gaat razendsnel en na ongeveer tien meter spartel ik weer terug. Eenmaal op de kant sla ik gauw een handdoek om mijn koude lijf en stroomt de adrenaline door me heen. Het vuur knettert al in het hutje, waar we croissantdeeg roosteren bij wijze van ontbijt. Samen staren we in de vlammen en, zonder een woord te zeggen, beseffen we dat kamperen hierna nooit meer hetzelfde zal zijn.

Foto: Svartedalens naturreservat, Zweden; april 2022

Verder lezen:

Oranje boven

Op dit moment zitten we in ons appartement in Göteborg, het inpakken en schoonmaken is begonnen....

Nog eentje dan…

Onze verhuizing naar Nederland komt steeds dichterbij, maar we genieten nog volop van de Zweedse...

Verandering van spijs…

Aan de rand van een bos op Hönö eet ik een fika-broodje naast de auto. Stukjes bladerdeeg...

9 Reactie(s)

9 Comments

  1. Joanne

    Wauw, wat geweldig! En die hamburgers, ik zie ze gaan. Dapper trouwens Hermen dat je het water in bent gegaan! Het is wel echt heel erg mooi daar hè.

    Reply
    • Hermen

      Thanks, het is zeker heel mooi hier en heerlijk rustig 🙂

      Reply
  2. Pa

    Onze spreuk is altijd als ergens (wat?) zand aan zit: niet moeilijk doen, zand schuurt de maag. Hoe zou je dat naar het Zweeds letterlijk vertalen?
    Ik kan me de kou goed voorstellen. Was dat niet in Oostenrijk?
    Stoer trouwens zo’n kampeerpartij. Geen camper meer nodig😉

    Reply
    • Hermen

      Ik denk dat deze uitdrukking het meest in de buurt komt inderdaad. En volgens mij heb ik het altijd koud met kamperen, misschien daarvoor dan toch weer de camper overwegen?

      Reply
  3. Gerjon

    Geen insecten in de tent ?😉

    Reply
    • Hermen

      Voordeeltje van de kou, I guess, die vliegen waarschijnlijk niet uit bij 2°C

      Reply
  4. Aline

    Wat heerlijk om een beetje te kunnen meegenieten zo. En wat is het daar prachtig. Heeft Tamara ook nog gezwommen of geloofde die t wel?

    Reply
    • Tamara

      Haha, ik vond het wel best dit keer 😇

      Reply
      • Aline

        Ik kan me er wat bij voorstellen 🥶

        Reply

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tamara & Hermen